Sluit deze videospeler
Carol Gilligan is een psycholoog die het meest bekend is om haar vernieuwende visie op de ontwikkeling van de moraal en het zelfgevoel van vrouwen , die ze gedetailleerd beschreef in haar boek In a Different Voice uit 1982. Gilligans theorie van morele ontwikkeling werd gecreëerd als reactie op de theorie van morele ontwikkeling die Lawrence Kohlberg voorstelde, die ze bekritiseerde omdat deze de perspectieven van vrouwen negeerde.
Gilligan stelde voor dat vrouwen prioriteit gaan geven aan een ‘ethiek van zorg’ naarmate hun gevoel van moraliteit zich ontwikkelt, samen met hun gevoel van eigenwaarde, terwijl mannen prioriteit gaan geven aan een ‘ethiek van rechtvaardigheid’.
In dit artikel wordt de geschiedenis van Gilligan’s theorie over morele ontwikkeling besproken, hoe deze verschilt van Kohlberg’s theorie over morele ontwikkeling en hoe vrouwen hun gevoel van eigenwaarde in de wereld ontwikkelen.
Inhoudsopgave
Carol Gilligan en haar theorie van morele ontwikkeling
Gilligan behaalde in 1964 haar doctoraat in de sociale psychologie aan de Harvard-universiteit en in 1967 werkte ze als onderzoeksassistent voor Lawrence Kohlberg aan haar alma mater.
Gilligan’s argument tegen Kohlberg’s theorie
Kohlbergs theorie van morele ontwikkeling bestaat uit drie niveaus die elk uit twee fasen bestaan. Op het laagste niveau, het preconventionele niveau, worden de behoeften van het zelf geprioriteerd. Dit evolueert naar het conventionele niveau naar een begrip van hoe een moreel lid van de maatschappij te zijn. Ten slotte, op het hoogste niveau, het postconventionele niveau, neemt het individu een universeel idee van rechtvaardigheid aan.
Kohlberg merkte op dat de meeste mensen de hoogste stadia van zijn schaal niet bereiken, maar dat ze in de middelste stadia op het Conventionele Niveau niet meer moreel zouden ontwikkelen. En dat is precies wat onderzoek aantoonde.
Hoewel zowel meisjes als jongens de neiging hadden om op het conventionele niveau te scoren op de schaal van Kohlberg, scoorden meisjes overwegend op niveau 3, waarbij het gaat om een goed persoon zijn om de goodwill en goedkeuring van anderen te behouden, terwijl de meeste jongens scoorden op niveau 4, waarbij het gaat om het naleven van de normen en wetten van de maatschappij.
Hierdoor leek het erop dat mannen hogere niveaus van moraliteit bereikten dan vrouwen, maar Carol Gilligan merkte op dat Kohlbergs theorie uitsluitend werd geformuleerd door onderzoek met jonge blanke mannen. Als gevolg hiervan suggereerde ze dat Kohlbergs theorie bevooroordeeld is ten opzichte van mannen en jongens en geen rekening houdt met de perspectieven van vrouwen en meisjes op moraliteit.
Mannen, zei ze, geven prioriteit aan een “ethiek van rechtvaardigheid” waarbij moraliteit is gecentreerd op abstracte principes en regels die op iedereen gelijk kunnen worden toegepast. Ondertussen geven vrouwen prioriteit aan een “ethiek van zorg”, waarbij moraliteit is gecentreerd op interpersoonlijke relaties en moreel oordeel is gebaseerd op de context van een kwestie.
Gilligan voerde verschillende interviewstudies uit met meisjes en vrouwen, waaronder één met vrouwen die twijfelden of ze een abortus wilden plegen. Zo wilde ze haar ideeën over de moraal van vrouwen onder de aandacht brengen.
Het doel van haar werk was om aan te tonen dat vrouwen niet per se stoppen met hun morele ontwikkeling voordat mannen dat doen, maar dat hun morele ontwikkeling een ander traject volgt dan in Kohlbergs theorie wordt geschetst.
Fasen in Gilligans theorie van morele ontwikkeling
Gilligan’s onderzoek in de abortusbeslissingsstudie leidde haar tot het gedetailleerd beschrijven van haar eigen stadiatheorie van morele ontwikkeling, die ze gedetailleerd beschreef in een artikel uit 1977 dat ze uitbreidde in haar boek In a Different Voice . Gilligan’s theorie gebruikte dezelfde basis van drie niveaus als die van Kohlberg, samen met twee overgangen tussen de niveaus. De niveaus en overgangen worden hieronder beschreven.
Preconventionele moraal
Op het Preconventionele niveau is moreel oordeel volledig gericht op het zelf en de behoefte om te overleven. Wanneer er een conflict ontstaat tussen de behoeften van het zelf en de behoeften van anderen, zal een vrouw ervoor kiezen om haar eigen behoeften aan te pakken.
Overgang 1
Tijdens de eerste overgang van het Preconventionele naar het Conventionele Niveau realiseert de vrouw zich dat ze een verantwoordelijkheid heeft voor anderen. Het is de eerste keer dat ze beseft dat haar eerdere morele perspectief als egoïstisch kan worden gekarakteriseerd.
Conventionele moraal
Op het conventionele niveau concentreert moreel oordeel zich op de zorg voor anderen. De vrouw begint zichzelf te zien als een deelnemer aan de maatschappij wiens claim om een goede burger te zijn, afhankelijk is van het helpen en beschermen van anderen . Deze zorg voor anderen overstijgt haar zorg voor zichzelf, wat leidt tot een moraal die gericht is op zelfopoffering.
Overgang 2
Tijdens de tweede overgang van het Conventionele naar het Postconventionele Niveau, begint de vrouw spanning te ervaren tussen de behoeften van anderen en de behoeften van zichzelf. Ze begint te beseffen dat ze een betere balans moet vinden tussen haar behoeften en de behoeften van anderen.
Dit leidt ertoe dat haar morele oordeel verschuift van ‘goedheid’ naar ‘waarheid’, omdat ze haar eigen verlangens eerlijk begint te beoordelen, en niet alleen haar verantwoordelijkheid ten opzichte van anderen.
Postconventionele moraal
Op het postconventionele niveau wordt moreel oordeel gedicteerd door het principe van geweldloosheid. De behoeften van het zelf zijn net zo belangrijk als de behoeften van anderen, wat ervoor zorgt dat de vrouw tot een universele ethiek van zorg en betrokkenheid komt.
Door zich te houden aan de zorgplicht en tegelijkertijd schade of uitbuiting van zichzelf en anderen te vermijden, kan de vrouw de verantwoordelijkheid voor haar keuzes aanvaarden.
Gilligan identificeerde geen specifieke leeftijden waarop de niveaus van morele ontwikkeling bereikt zouden worden. Echter, zoals Kohlberg deed met zijn theorie, merkte ze op dat sommige vrouwen het hoogste niveau misschien niet zouden bereiken. Ze merkte ook op dat het niet de levenservaring was die een vrouw naar hogere niveaus duwde, maar het cognitieve vermogen en veranderingen in het zelfgevoel van een vrouw.
De ethiek van zorg en het ontwikkelen van het zelfgevoel
De doorloop van Gilligans stadia van morele ontwikkeling hangt af van een evoluerend zelfgevoel .
- Op het preconventionele niveau worden alleen de behoeften van het zelf herkend
- Op het conventionele niveau worden de behoeften van anderen geprioriteerd, terwijl de behoeften van het zelf worden ontkend.
- Op het postconventionele niveau wordt een evenwicht bereikt tussen de behoeften van het zelf en die van anderen.
De overgang door deze niveaus is gebaseerd op de heroverweging van een vrouw van wat zij als egoïstisch beschouwt. In deze niveaus worden het zelfgevoel van vrouwen en het morele gevoel dat daardoor ontstaat, aangestuurd door hun gevoelens van verbondenheid en verantwoordelijkheid jegens anderen, die zich geleidelijk ontwikkelen om anderen te omvatten en zich vervolgens uit te breiden om iedereen te omvatten, inclusief zichzelf.
Kritiek op Gilligans theorie van morele ontwikkeling
Hoewel Gilligans ideeën baanbrekend waren, hebben sommige feministische psychologen ze ook bekritiseerd. Ze behandelen namelijk de stemmen van vrouwen als één homogene entiteit en negeren de diversiteit van vrouwen op basis van leeftijd, klasse, ras en andere factoren.
Bovendien hebben sommigen hun bezorgdheid geuit over de suggestie dat vrouwen meer nadruk leggen op zorg en verbinding dan mannen. Zij stellen dat dit de traditionele ideeën over vrouwelijkheid versterkt en vrouwen mogelijk nog meer in de rol van verzorger duwt.
Gilligans observaties zijn ook bekritiseerd als zijnde het resultaat van maatschappelijke verwachtingen van mannen en vrouwen, en niet van aangeboren genderverschillen. Dit betekent dat de morele ontwikkeling van mannen en vrouwen een ander pad zou volgen als de maatschappelijke verwachtingen anders zouden zijn.
De theorie van Carol Gilligan vandaag
Ondanks deze kritiek wordt Gilligans theorie van morele ontwikkeling nog steeds bestudeerd. Het is nu algemeen erkend dat er twee morele oriëntaties zijn, een die rechtvaardigheid benadrukt en een die zorg benadrukt, zoals Gilligan voorstelde.
Beide geslachten ontwikkelen beide oriëntaties, maar uit onderzoek is gebleken dat mannen de nadruk leggen op de ethiek van rechtvaardigheid en vrouwen op de ethiek van zorg.
Recent onderzoek blijft deze bewering ondersteunen. Zo ontdekte een onderzoek dat mannen en vrouwen anders met ethische dilemma’s in het bedrijfsleven omgaan, een resultaat dat werd toegeschreven aan Gilligans theorie. Evenzo ontdekte onderzoek naar de manier waarop mannen en vrouwen over moraliteit dachten, dat mannen een afstandelijke, intellectuele benadering hanteerden, terwijl vrouwen een subjectieve, persoonlijke benadering hanteerden.
Hoewel beide geslachten elkaars morele perspectief begrepen, konden mannen en vrouwen elkaars benadering niet gemakkelijk overnemen. Dit toonde een genderkloof die overeenkwam met Gilligans ideeën.
Dit onderzoek toont aan dat de morele ontwikkeling van mannen en vrouwen de neiging heeft om verschillende trajecten te volgen die verschillende dingen benadrukken. Omdat vrouwen en meisjes vaak prioriteit geven aan relaties en zorg boven regels en principes, zullen hun benaderingen van ethische dilemma’s in hun professionele, academische en persoonlijke leven waarschijnlijk contrasteren met die van mannen en jongens.
Omdat de wereld nog steeds de perspectieven van mannen boven die van vrouwen stelt, kan dit ertoe leiden dat vrouwen en meisjes zich vervreemd of alleen voelen. Voor vrouwen, meisjes en degenen die meisjes opvoeden, is het echter nuttig om in gedachten te houden dat Gilligans theorie van morele ontwikkeling laat zien dat veel vrouwen en meisjes waarschijnlijk op vergelijkbare manieren worstelen.
Deze kennis kan hen er wellicht toe aanzetten zich minder geïsoleerd te voelen en hen te laten zien dat hun morele waarden en hun gevoel van eigenwaarde legitiem zijn, ook al verschillen ze van die van mannen.