Wat het laatste rapport over de mentale toestand van de wereld zegt over onze afnemende gemoedstoestand

Het Mental Health Million Project heeft zijn jaarlijkse Mental State of the World-rapport gepubliceerd. Hoewel er sprake is van een kleinere daling in mentaal welzijn ten opzichte van 2020, staat de VS opvallend laag op de lijst.

Deze jaarlijkse publicatie heeft als doel om het ontwikkelende mentale welzijn van de wereldwijde “internet-enabled population” in kaart te brengen. Het Mental Health Million Project baseerde de resultaten in het laatste rapport op 223.087 reacties in 34 landen en ontdekte dat de mentale gezondheid van jongeren wereldwijd achteruitgaat en dat het mentale welzijn over het algemeen het laagst is in Engelstalige landen. 

In de VS is de gemiddelde Mental Health Quotient (MHQ) met 3% gedaald ten opzichte van het vorige rapport tot 63%. De enige landen van de 34 onderzochte landen die lager bleken te zijn, zijn Egypte, Nieuw-Zeeland, Irak, India, Ierland, Australië, het Verenigd Koninkrijk en Zuid-Afrika. 

Ondertussen steeg het percentage mensen dat zichzelf als gestrest en/of worstelend in de VS omschreef met 4% tot 29%. In de kern-Anglosfeer (VS, Canada, VK, Ierland, Australië, Nieuw-Zeeland) was 30% van de respondenten gestrest of worstelend, terwijl 36% floreerde of succesvol was. 

Daarentegen vond het rapport dat mentaal welzijn over het algemeen hoger was in Latijns-Amerikaanse en niet-Engelstalige Europese landen. Van de top tien landen waren er acht uit een van deze categorieën, de andere twee waren de Democratische Republiek Congo en Singapore. 

Wat zijn de factoren?

Hoewel economische voorspoed vaak wordt geassocieerd met een betere mentale gezondheid, zijn er een aantal factoren die een rol kunnen spelen. Zo vond het rapport een negatieve correlatie tussen strengere coronavirus (COVID-19) regelgeving en MHQ (mental health quotient) scores, terwijl culturele factoren ook een rol speelden bij het bepalen van de MHQ.

Over het algemeen scoorden landen met een cultuur die meer gericht is op succes en individualisme lager op de schaal dan landen met een cultuur die prioriteit geeft aan groepscollectivisme, loyaliteit en sociale cohesie. 

“Het is complex en veelzijdig om te proberen volledig te ontcijferen waarom mensen die in individualistische samenlevingen leven een slechtere mentale gezondheid hebben dan mensen die in meer collectivistische samenlevingen leven”, legt Chris Papadopoulos, PhD , hoofddocent volksgezondheid aan de University of Bedfordshire, uit. “Om het te vereenvoudigen, kun je echter zeggen dat individualistische samenlevingen, zoals die in de VS en het VK, de neiging hebben om hogere niveaus van sociale en economische ongelijkheid te hebben.”

Dr. Papadopoulos legt uit dat dit leidt tot armoede en op zijn beurt een slechtere kwaliteit van leven voor veel mensen, iets dat hen kwetsbaar kan maken voor slechtere mentale gezondheid. Ondertussen kunnen degenen die rijk zijn ook worstelen met de “trage en krachtige realisatie dat rijkdom en materialisme niet het makkelijke ticket is om geluk te ervaren, zoals ze gesocialiseerd zijn om te geloven.”

Hij vervolgt: “Collectivistische samenlevingen zijn daarentegen minder kwetsbaar voor deze sociale verdeeldheid en hebben in plaats daarvan de neiging om een ​​beter maatschappelijk evenwicht te hebben. Door hun collectivistische aard zullen ze een sterke sociale cohesie en verbondenheid hebben, waarvan onderzoek heeft aangetoond dat het zeer beschermend is voor de geestelijke gezondheid.”

De geestelijke gezondheid van jongeren neemt af

Uit het rapport blijkt dat het geestelijk welzijn van jongeren afneemt, zowel in de VS als in de rest van de wereld. Het lijkt erop dat sociale media hierbij een rol spelen.

Hoewel in het rapport wordt uitgelegd dat het gebruik van smartphones en internet niet per definitie negatief is, kan het feit dat jongvolwassenen meer tijd online doorbrengen ten koste van persoonlijke interactie met mensen, een factor zijn in hun afnemende geestelijke gezondheid. 

Hoewel alleen de antwoorden van 18-plussers werden geregistreerd voor het rapport, zouden de ondervraagde jongere volwassenen waarschijnlijk zijn opgegroeid met sociale media: tijdens de adolescentie hebben interacties met leeftijdsgenoten een echte impact op de mentale gezondheid. Sociale media hebben de manier waarop mensen met elkaar omgaan veranderd, waardoor interacties met leeftijdsgenoten frequenter en intenser zijn geworden, en dat kan doorgaan tot in de jonge volwassenheid.

Uit een onderzoek onder studenten aan de University of Pennsylvania bleek dat het beperken van het gebruik van sociale media tot ongeveer 30 minuten per dag kan leiden tot verbeteringen in het mentale welzijn . Gedurende drie weken kregen studenten de opdracht om ofwel door te gaan met het normaal gebruiken van sociale media, ofwel om hun gebruik van Facebook, Instagram en Snapchat te beperken tot tien minuten per dag elk, en de laatste groep zag gevoelens van depressie en eenzaamheid afnemen in vergelijking met de controlegroep.

Elena Touroni, PhD , consultant psycholoog en medeoprichter van The Chelsea Psychology Clinic, zegt: “Als we jong zijn, is ons identiteitsgevoel nog in ontwikkeling, wat ons extra kwetsbaar kan maken. Merken cureren hun social media feeds op een bepaalde manier om een ​​product te verkopen of een boodschap over te brengen. Op een vergelijkbare manier zou je kunnen zeggen dat veel persoonlijke accounts ook gecureerd zijn in de zin dat ze alleen de meest idealistische aspecten van het leven laten zien.”

Dr. Touroni legt uit dat vooral jongeren kwetsbaarder kunnen zijn voor het “verwarren van hun eigenwaarde met externe factoren”, door wat ze op sociale media zien gelijk te stellen aan het echte leven. Dit zou ook verergerd kunnen zijn door de pandemie — studies hebben aangetoond dat het een toename van internetverslaving veroorzaakte .

Kijken naar het onderzoek

Wat het onderzoek zelf betreft, is het belangrijk om rekening te houden met de verschillen in de demografie van de internetgebruikers per land.

De bevolking van de West-Afrikaanse landen in het rapport is over het algemeen veel jonger dan de bevolking van de Europese landen, bijvoorbeeld, waarbij de internet-enabled bevolking van de eerstgenoemde over het algemeen beter opgeleid is en ook vaker werk heeft. Leeftijd en geslacht demografie worden meegenomen bij het bedenken van de MHQ, maar opleiding en werkgelegenheid niet. 

De scores hier zijn niet per se representatief voor de gehele bevolking van een land, vooral niet in landen waar internetgebruik niet zo wijdverbreid is. In dit geval is het waarschijnlijker dat de bevindingen groepen binnen dat land vertegenwoordigen die beter zijn opgeleid of tot hogere sociaaleconomische groepen behoren. 

Om het MHQ van een land te bepalen, worden de personen die een bijdrage leveren, ingedeeld op een spectrum van ‘in nood’ tot ‘bloeiend’. Vervolgens worden vijf verschillende aspecten van mentaal welzijn gemeten: stemming en vooruitzichten; sociaal zelf; motivatie en gedrevenheid; verbinding tussen lichaam en geest; cognitie.

Omdat de spreiding van respondenten naar leeftijd en geslacht niet altijd representatief was, werden voor het berekenen van de MHQ eerst de scores voor elke leeftijds- en geslachtsgroep in aanmerking genomen. Daarna werd een gewogen gemiddelde bepaald op basis van de relatieve verhoudingen van elke demografische groep in dat land.

Het Mental State of the World Report is misschien niet representatief voor ons allemaal, maar het is een goede indicator en de bevindingen zijn wellicht interessant om te lezen.